Een alternatieve puntentelling
Door Erno Prosman, grootmeester en voormalig Nederlands kampioen
Bij een toernooi met de Delftse telling, ontkom je er toch eigenlijk niet aan om daar iets over te schrijven ondanks dat het al lang behoorlijk stil is rondom enige spelregelverandering die het remisespook zou kunnen verdrijven. Laat ik echter voorop stellen dat ik het niet ga hebben over argumenten van tegenstanders van de Delftse telling die niet gericht zijn op het remisespook. Niet dat ze niet relevant kunnen zijn, maar vaak ook zijn ze ingegeven door gevoelens tegen enige verandering van spelregels überhaupt. Dat kan ik niet zo eerlijk vinden, maar is wel begrijpelijk omdat de mens nu eenmaal houdt van stabiliteit/vastigheid. Maar toch, deze schuif ik hier ter zijde.
Wat is er zoal al geprobeerd? Allereerst is daar de vermaledijde 40-zetten regel. Duidelijk niet effectief. In de finale van het WK van 2017 speelde de latere wereldkampioen liefst 4 (van de in totaal 11) partijen waarbij zijn overgebleven speeltijd meer was dan aan het begin... en er waren nog wel 1 of twee partijen aan te wijzen waar hij duidelijk ook niet tot het uiterste ging. Sowieso was die finale er een waar het remisespook heftig rondwaarde met slechts 14 niet-remise uitslagen van de in totaal 66. Gelukkig haalde Wouter Wolff de finale, want hij nam namelijk deel aan meer dan 1/3 van partijen die niet in remise eindigde.Het laatste WK daarentegen liet hele andere statistiek zien: 82 winstpartijen liefst op 190 partijen - een winstpercentage boven de 40%. Hoe kan dat nou? Het krachtsverschil in het laatste WK was duidelijk groter, maar toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de spelers van het laatste WK elkaar ook meer naar het leven stonden. Georgiev, van IJzendoorn, Groenendijk, Atse, Valneris en toch ook Chizhov zijn spelers die altijd op zoek zijn naar kansen om te kunnen winnen. Schwarzman deed dat ook altijd, maar lijkt dat killersinstinct wat kwijtgeraakt de laatste jaren in toptoernooien. Oftewel, ik ben van mening dat het ook ligt aan de instelling van de spelers zelf! Pogingen om attractief spel te bevorderen zijn in het verleden ook gepoogd, door bijv. een rondeprijs voor de mooiste partij met daaraan gekoppeld een geldbedrag. Dit is echter niet schaalbaar naar andere omstandigheden dan bijv. een NK. Een andere poging was belonen van een overwinning met drie punten, en dan één voor een remise. Vanwege het geringe aantal nederlagen in de top van het klassement, had dit echter nauwelijks effect op de naam van de uiteindelijke winnaar.
In matches zien we verder de trend dat er rekening gehouden wordt met de ruime remisegrenzen op topniveau. De opzet wordt dusdanig geconstrueerd dat er op enig moment met minder tijd gedamd wordt, rapid of blitz, totdat er een winnaar is. Soms gebeurt dat met een setsysteem, maar er is ook al geëxperimenteerd met een dagelijkse winnaar. Als de partij met normale bedenktijd niet tot een winnaar leidt dan wordt er doorgespeeld met een steeds sneller tempo totdat er een keer een winnaar uit de bus komt. Is dit een redelijke manier om tot een beslissing te komen? Er zijn positieve voorbeelden, maar ook voorbeelden waar één van de spelers duidelijk op het sneldammen gokte en/of wereldtitels in sneldampartijen door blunders van de tegenstander veroverd werden. Ik denk dat je toch ook wel kunt stellen dat dit systeem tot leeftijdsdiscriminatie leidt. Is het niet zo dat jonkies gewoon beter kunnen sneldammen omdat hun hersens nog frisser zijn? Let er hierbij ook op dat er typisch voor een formule gekozen wordt waarbij er net zo lang doorgedamd wordt totdat er een winnaar is.
En hoe zit het dan met de Delftse telling waarbij elk verschil in schijven aan het einde van de partij in punten uitgedrukt wordt? Experimenten met plusjes (verschillende NK's) bij drie schijven voorsprong hebben in het verleden wel aangetoond dat dit tot een redelijke scheidslijn leidt. De speler die beter gespeeld heeft maar net niet de knockout uit kan delen, werd toch iets meer beloond voor zijn spel. Wel zag je soms dat spelers een plusje weggaven, omdat ze zelf geen nadeel ondervonden van een minnetje. Dit is natuurlijk gemakkelijk uit te bannen door een en ander daadwerkelijk in punten uit te drukken en bijvoorbeeld voor de rating mee te laten tellen. Een zorg die bijvoorbeeld een topspeler als Martijn van IJzendoorn heeft, is of een andere puntentelling niet tot voorzichtiger spel leidt van de combattanten. Een risicovolle omsingelingsstrategie kan nu nog wel gepoogd worden zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor het aantal punten, maar kan dat straks nog steeds als je dan voor elke knockout winstpartij, 2x tegen een puntennederlaag aanloopt? Het kan immers niet de bedoeling zijn dat het aantal knockout partijen afneemt...
Het ligt duidelijk gevoeliger bij voorstellen die ook twee schijven verschil en zelfs een schijf verschil in de uitslag uit willen laten drukken, zoals de Delftse telling wel doet. Experimenten lijken meer willekeur in de uitslag te geven, waarbij er mini-overwinningen geboekt worden zonder dat recht gedaan wordt aan het verloop van de partij. Het rechtvaardigheidsgevoel van spelers staat op het spel. Tegelijkertijd bestaat ook een succesvolle sport als tennis waarbij een speler de volle winst behaald terwijl het soms op één of twee punten in een partij aankomt, en de spelers dus eigenlijk zo goed als gelijkwaardig waren.
Na deze bespiegelingen, waar sta ik nu zelf?
- afschaffing van de 40 zetten regeling.
- de regels moeten killersinstinct van spelers stimuleren.
- drie schijven voorsprong moet beloond worden in het aantal punten, en niet met alleen een plusje. Als ik Martijns argument meeneem, dan moet een puntennederlaag ook weer niet te hard gestraft worden.
- twee schijven voorsprong is voorlopig niet genoeg om extra's uit te delen.
- rapid- en blitzdammen zijn toch echt andere disciplines en zouden geen onderdeel uit moeten maken van matches.
En dat leidt dan tot mijn ideale schaalverdeling:
> 10 punten voor een knockout overwinning
> 7 punten voor een puntenoverwinning
> 4 punten voor een remise
> 3 punten voor een minremise
> 0 punten voor een knockout nederlaag
Twee puntenoverwinningen staat dus gelijk aan 1 overwinning en 1 gelijkwaardige remise. Terwijl killerinstinct gewaardeerd wordt door minder punten toe te kennen bij een gelijkwaardige remise.
De opzet van dit toernooi volgt bovenstaande aanbeveling niet. Ik hoop van harte dat het wel een stimulans is voor een tweede toernooi, mogelijk dan met bovenstaande puntentelling!